Genomineerden Vertaalwedstrijd Engels 2023

Cologne - Samuel Taylor Coleridge
Cologne

In Köln, a town of monks and bones,
And pavements fang'd with murderous stones,
And rags, and hags, and hideous wenches,
I counted two and seventy stenches,
All well defined, and several stinks!
Ye nymphs that reign o'er sewers and sinks,
The river Rhine, it is well known,
Doth wash your city of Cologne;
But tell me, Nymphs! what power divine
Shall henceforth wash the river Rhine?
Keulen - vertaling: Thea van Dalen
Keulen

In Keulen, klooster- en knekelstad,
Met struikelsteenstoepen, verraderlijk glad,
Vol heksen en zwervers in vodden met scheuren,
Daar telde ik twee-en-zeventig meuren,
En elk apart bracht mij tot braken!
Gij Nimfen, reina's der cloaken,
Weet dat de Rijn, geheel gepast,
De stad met rein Keuls water wast;
Maar Nimfen, zeg mij, welk goddelijk zijn
Maakt vanaf hier de Rijn weer rein?
Keulen - vertaling: Adriaan Kroonenberg (winnaar Engels)
In Köln, een stad van biecht en been,
En straten vol moordlustig steen
En heksen, seks en jammerklanken;
Telde ik tweeënzeventig stanken,
Elk uniek te onderscheiden!
O Nimfen die het water leiden:
De Rijn, die zich de stad door wendt,
Spoelt Keulen schoon, dat is bekend;
Maar Nimfen, welke godenzoon
Spoelt op zijn beurt de Rijn weer schoon?
Keuls water – vertaling: Heleen Vellekoop (winnaar Poëziejury)
Keuls Water

In Keulen, stad van steen en been,
van vuil en vodden om je heen,
van heksen, hoeren, stront en gier;
rook ik een geur of honderdvier,
geen een gelijk en alle goor!
Zeg Nimf die heerst over 't riool,
als het zo is dat jullie Rijn
de wasvrouw van de stad moet zijn,
welk godd'lijk wonder in de stad
doet dan de Rijn een keer in bad?

Juryrapport Engels

‘Cologne’, een humoristisch, klassiek gedicht uit 1828 door Samuel Taylor Coleridge, bevat – net als de 19e-eeuwse straten van Keulen waarover de dichter klaagt – een behoorlijk aantal voetangels. Toch was het niet zozeer het strakke rijmpatroon en metrum (jambische tetrameter) dat de vertalers deed struikelen; daar kon een verrassend groot aantal vrij goed mee uit de voeten. Nee, het waren veel eerder de pogingen om de toon, taal en speelse kwinkslagen van het Engels over te brengen die de jury aanleiding gaven om het kaf van het koren te scheiden.
 
We zijn daarbij op zoek gegaan naar vertalingen die niet alleen een nieuw autonoom gedicht zouden opleveren, maar die ook zowel qua vorm als qua inhoud de lezer ‘dezelfde rit’ zouden laten ervaren als een lezer van het origineel, waarbij de sfeer van dit korte, venijnige werkje behouden zou blijven.
 
Daar waar het de vertalers lukte, bijvoorbeeld, om het sarcastische, anti-Paapse sentiment van de eerste regel (‘a town of monks and bones’) te handhaven, gaf de jury punten. Alsmede voor het herkennen en reproduceren van het absurdistische ‘two and seventy stenches’ (waarbij de absurditeit vooral in de specificiteit van het getal zelf ligt) die ook nog eens ‘all well-defined’ waren (opnieuw een absurde claim).
 
Rijmdwang, zagen we tijdens het lezen van de bijna tweehonderd inzendingen, vormde een duidelijk gevaar voor velen. De humor van het origineel is deels afkomstig van de ongedwongen, schijnbaar volkomen natuurlijke rijmen die het geheel een soort perverse, interne logica verlenen. Vooral in de vijfde en zesde regel van het oorspronkelijke gedicht (met ‘stinks’ en ‘sinks’) wrongen veel vertalers zich jammerlijk in bochten.
 
Tenslotte ging de jury ook naarstig op zoek naar vertalingen die recht zouden doen aan de woordspeling in ‘the river Rhine… doth wash your city of Cologne’ (dwz, het water van de Rijn strijkt langs de oevers van de stad - volgens Merriam Webster is één van de betekenissen van het werkwoord ‘wash’ die van ‘to flow along or dash or overflow against’ - zoals men ook zou kunnen zeggen ‘Nijmegen is washed by the river Waal’), vs. What power divine / Shall henceforth wash the river Rhine? (dwz, wie gaat de Rijn vervolgens een schrobbeurt geven?) Vrijwel alle vertalers gingen in beide instanties voor de schrobbeurt, waardoor de pun van Coleridge verloren ging.
 
Ook onze zoektocht naar een mooie vertaling van ‘what power divine’, met zijn tongue-in-cheek resonantie met de Protestantse hymnen die Coleridge als domineeszoon ongetwijfeld maar al te goed kende, bleek min of meer vergeefs.
 
De winnende vertaling van Adriaan Kroonenberg wist, desalniettemin, de deur meteen open te gooien in de eerste regel met de mooie, accurate en ook ietwat venijnige alliteratie ‘stad van biecht en been’ – een compacte, fraaie vertaling van ‘town of monks and bones’. Zijn ‘O nimfen die het water leiden’ is een humorvolle interpretatie die ook nog eens de lading dekt van ‘Ye nymphs that rule over sewer and sink’, met als bijkomend voordeel een knikje naar de alledaagse Nederlandse “waterleiding”.
 
Ondanks een gemiste kans in de derde regel (‘and rags and hags and hideous wenches’) met het minder geslaagde, wat matte ‘seks’, kwam de winnaar uiteindelijk met ‘de Rijn die zich de stad door wendt’ ook nog het dichtst bij bovengenoemde subtiele pun van Coleridge zelf, en mede daardoor heeft hij de overwinning binnengesleept.
 
Twee eervolle vermeldingen gaan naar Heleen Vellekoop en Thea van Dalen.
 
Vellekoop leverde volgens de jury een ‘stevige, staccato en scabreuze vertaling’ die recht doet aan de toon van de dichter en die soepel en natuurlijk loopt, met een mooie vondst als ‘stad van steen en been’ die de klagende toon van Coleridge knap onderstreept, het perfect getoonzette ‘heksen, hoeren, stront en gier’, en het vrij vertaalde en fraai gevonden ‘welk godd’lijk wonder in de stad / doet dan de Rijn een keer in bad?’
 
Met de rake alliteratie van ‘Keulen, klooster- en knekelstad’ in de eerste regel won ook Thea van Dalen de jury voor zich. En ondanks het feit dat in haar vertaling het onderscheid tussen ‘stenches’ en ‘stinks’ minder goed uit de verf kwam, maakte ‘reina’s der cloaken’ voor ‘Nymphs who rule over sewer en sinks’ met zijn smalende, pseudo-archaïsche toon veel goed.
 
Bij deze dan de welgemeende felicitaties van de jury Engels 2023 voor zowel de winnaar als voor de twee eervolle vermeldingen. En laten we ook onze bewondering uitspreken voor alle anderen die dit jaar de uitdaging niet uit de weg zijn gegaan!
 
De jury:
Sam Garrett
Rob Schouten

Juryrapport Poëziejury

Het was niet eenvoudig om uit de dertien genomineerde vertalingen van de 554 inzendingen van de Vertaalwedstrijd dit jaar die vertaling te kiezen die het meest klinkt als een natuurlijk Nederlands gedicht. Alle vier vertaalopgaven waren ‘oude teksten’: de oudste van de vier, het gedicht ‘Cologne’ van Samuel Taylor Coleridge stamt uit 1828, de jongste van de vier, ‘Berlin im Licht’ van Bertolt Brecht en Kurt Weill, is weliswaar een eeuw jonger dan het gedicht van Coleridge, maar nog steeds bijna honderd jaar oud. En die leeftijden kleven wat aan de teksten, die daardoor op ons enigszins oubollig overkwamen. Als dichters hadden wij de vertalers die extra hindernis natuurlijk met liefde bespaard, want de opdracht was al moeilijk genoeg! Maar desondanks zijn we vol goede moed en met plezier door Parijs, door Berlijn, langs Keulen én over de brug bij het koele water gelopen om eens te kijken welk gedicht ons in het Nederlands het meest waarachtig in de oren klonk.

 

Wat ons betreft waren er twee serieuze kandidaten: de vertaling van Maret van Hagen van het Franse gedicht ‘Notre-Dame de Paris’, waarin de vertaalster, met name in de eerste strofe, een soepele toon hanteert die vrijwel overal gehandhaafd blijft, en de vertaling ‘Keuls Water’ die Heleen Vellekoop heeft gemaakt van de Engels vertaalopgave ‘Cologne’. Uiteindelijk hebben we gekozen voor de laatste. De keuze voor de titel vonden we al een aanlokkelijke creatieve vondst maar wat ons vooral zo aansprak was de authenticiteit van het gedicht, dat écht Nederlands klinkt. De zinnen lopen als een tiet, of beter gezegd, als ‘heksen, hoeren, stront en gier’. En ook een vondst als ‘nimf die heerst over het riool’ spreekt onmiddellijk, zonder omweg, de verbeelding aan. Het is bam, puntig en: het is tijdloos. Kortom; deze vertaler heeft de éxtra handicap overwonnen en het gedicht van een frisse toon voorzien. Ah, en dan die laatste zin, wat een heerlijk beeld om het gedicht mee uit te dansen, de Rijn die eens even goed in de kraag wordt gegrepen en in een bad wordt gestopt!

 

 

De jury: Babs Gons & Ester Naomi Perquin

Verstegen & Stigter culturele projecten

Waaldijk 85
5306 AA Brakel

Hier leest u meer over ons privacybeleid.
Terug naar boven