Genomineerden Vertaalwedstrijd Engels 2023
In Köln, a town of monks and bones,
And pavements fang'd with murderous stones,
And rags, and hags, and hideous wenches,
I counted two and seventy stenches,
All well defined, and several stinks!
Ye nymphs that reign o'er sewers and sinks,
The river Rhine, it is well known,
Doth wash your city of Cologne;
But tell me, Nymphs! what power divine
Shall henceforth wash the river Rhine?
In Keulen, klooster- en knekelstad,
Met struikelsteenstoepen, verraderlijk glad,
Vol heksen en zwervers in vodden met scheuren,
Daar telde ik twee-en-zeventig meuren,
En elk apart bracht mij tot braken!
Gij Nimfen, reina's der cloaken,
Weet dat de Rijn, geheel gepast,
De stad met rein Keuls water wast;
Maar Nimfen, zeg mij, welk goddelijk zijn
Maakt vanaf hier de Rijn weer rein?
En straten vol moordlustig steen
En heksen, seks en jammerklanken;
Telde ik tweeënzeventig stanken,
Elk uniek te onderscheiden!
O Nimfen die het water leiden:
De Rijn, die zich de stad door wendt,
Spoelt Keulen schoon, dat is bekend;
Maar Nimfen, welke godenzoon
Spoelt op zijn beurt de Rijn weer schoon?
In Keulen, stad van steen en been,
van vuil en vodden om je heen,
van heksen, hoeren, stront en gier;
rook ik een geur of honderdvier,
geen een gelijk en alle goor!
Zeg Nimf die heerst over 't riool,
als het zo is dat jullie Rijn
de wasvrouw van de stad moet zijn,
welk godd'lijk wonder in de stad
doet dan de Rijn een keer in bad?
Juryrapport Engels
Juryrapport Poëziejury
Het was niet eenvoudig om uit de dertien genomineerde vertalingen van de 554 inzendingen van de Vertaalwedstrijd dit jaar die vertaling te kiezen die het meest klinkt als een natuurlijk Nederlands gedicht. Alle vier vertaalopgaven waren ‘oude teksten’: de oudste van de vier, het gedicht ‘Cologne’ van Samuel Taylor Coleridge stamt uit 1828, de jongste van de vier, ‘Berlin im Licht’ van Bertolt Brecht en Kurt Weill, is weliswaar een eeuw jonger dan het gedicht van Coleridge, maar nog steeds bijna honderd jaar oud. En die leeftijden kleven wat aan de teksten, die daardoor op ons enigszins oubollig overkwamen. Als dichters hadden wij de vertalers die extra hindernis natuurlijk met liefde bespaard, want de opdracht was al moeilijk genoeg! Maar desondanks zijn we vol goede moed en met plezier door Parijs, door Berlijn, langs Keulen én over de brug bij het koele water gelopen om eens te kijken welk gedicht ons in het Nederlands het meest waarachtig in de oren klonk.
Wat ons betreft waren er twee serieuze kandidaten: de vertaling van Maret van Hagen van het Franse gedicht ‘Notre-Dame de Paris’, waarin de vertaalster, met name in de eerste strofe, een soepele toon hanteert die vrijwel overal gehandhaafd blijft, en de vertaling ‘Keuls Water’ die Heleen Vellekoop heeft gemaakt van de Engels vertaalopgave ‘Cologne’. Uiteindelijk hebben we gekozen voor de laatste. De keuze voor de titel vonden we al een aanlokkelijke creatieve vondst maar wat ons vooral zo aansprak was de authenticiteit van het gedicht, dat écht Nederlands klinkt. De zinnen lopen als een tiet, of beter gezegd, als ‘heksen, hoeren, stront en gier’. En ook een vondst als ‘nimf die heerst over het riool’ spreekt onmiddellijk, zonder omweg, de verbeelding aan. Het is bam, puntig en: het is tijdloos. Kortom; deze vertaler heeft de éxtra handicap overwonnen en het gedicht van een frisse toon voorzien. Ah, en dan die laatste zin, wat een heerlijk beeld om het gedicht mee uit te dansen, de Rijn die eens even goed in de kraag wordt gegrepen en in een bad wordt gestopt!
De jury: Babs Gons & Ester Naomi Perquin